Nederland heeft gereageerd op de mededeling van de Europese Commissie over de Circulaire Economie. De mededeling van de Europese Commissie zoekt balans tussen maximaal hergebruik en minimaal gebruik van ZZS bij dat hergebruik. De Commissie werkt daarbij vier kwesties uit:
- Informatie over de aanwezigheid van ZZS is niet gemakkelijk beschikbaar afvalverwerkers;
- Afval kan stoffen bevatten die niet langer toegelaten zijn in nieuwe producten;
- De EU-regels inzake de einde-afvalstatus worden niet uniform toegepast;
- Regels om te bepalen welke stoffen gevaarlijk zijn, zijn niet goed op elkaar afgestemd.
|
Nederland kan zich goed vinden in de lijn die de Europese Commissie op de eerste drie punten kiest. Ten aanzien van het vierde punt is Nederland terughoudender. De Europese Commissie wil de indelingsregels voor chemische stoffen en afvalstoffen beter op elkaar afstemmen, maar Nederland ziet dat het op korte termijn harmoniseren van de indeling tot ongewenste effecten kan leiden. Pas sinds 2015 zijn de indelingsregels voor afvalstoffen aangescherpt en in lijn gebracht met die voor chemische stoffen. Het gevolg is dat veel kunststoffen in de afvalfase door de Commissie worden aangemerkt als gevaarlijk afval. Veel bedrijven die kunststofafval inzamelen en verwerken zijn niet in het bezit van een vergunning voor gevaarlijk afval en voldoen ook niet aan de zwaardere eisen die aan dergelijke vergunningen gesteld worden. Nederland stelt dat het zeer de vraag is in hoeverre die eisen nodig zijn voor de risicobeheersing. Daarom wil Nederland die oude situatie met een uitzondering voor kunststoffen op Europees niveau te herstellen. Zie
hier.
Meer leest u in de VHCP
Nieuwsbrief.